Hallum in Volksverhuizingstijd
Door Tjamme uit Hallum
Na de derde eeuw na Christus wordt het stil op de terpen. Ze raken ontvolkt. Het merendeel van de terpbewoners is uit de kuststreek weggetrokken. Waardoor dit gebeurde is niet duidelijk. Onderzoekers geven verschillende mogelijkheden zoals: het rijzen van de zeespiegel; het Romeinse rijk valt uiteen en hierdoor is er een machtsvacuüm in het gebied; of de Friezen gaan op in een stammenverbond dat later in de literatuur wordt omschreven als de Salische Franken.
Kortom de archeologie heeft geen sluitend antwoord op wat er met de Terpfriezen is gebeurd.
Toch is er nog bewoning geweest rondom Hallum in de derde en vierde eeuw. Dit is gebleken uit recent onderzoek en de vondst van een redelijk aantal aardewerkscherven die dateren uit de laat Romeinse tijd. Ze zijn gevonden op een terp bij Hallum.
Daarnaast zijn er enkele metaalvondsten gedaan. Met name een mantelspeld (Steunarmfibula) van het type Mahndorf-Perlberg uit de vierde eeuw.
Ook zijn er verschillende vierde eeuwse Romeinse munten gevonden. Voor Hallum een unieke vondst is die van een Siliqua van keizer Magnus Maximus 383-388 n.Chr. Het Romeinse munttype Siliqua werd rond het begin van de vierde eeuw geslagen. In Friesland is het slechts drie maal gevonden
Door deze vondsten is aangetoond dat er tenminste op een terp continue bewoning is geweest vanaf midden ijzertijd (ongeveer 300 v Chr.).
Dus Hallum en omgeving is al 24 eeuwen bewoond!