De Hallumse peer – Hallemine Bonne

Er was eens… een Duitse landgraaf. Hij trouwde en kreeg met zijn vrouw een prachtige dochter. Ze noemden haar Maria Louise van Hessen-Kassel. Het meisje kreeg een strenge opvoeding en groeide op in prachtige tuinen, die onderhouden werden door een ijverige tuinman: Herr Knauf. Toen ze 21 jaar was, trouwde ze met de Stadhouder van Leeuwarden: Johan Willem Friso van Nassau-Dietz. Samen gaan ze in Leeuwarden wonen, al is haar man veel weg om oorlogen te voeren. Helaas verdrinkt hij 2 jaar na hun huwelijk. Ze kregen samen toch twee kinderen.

Maria Louise van Hessen-Kassel, later liefkozend Marijke Meu genoemd door het Friese volk, is erg geïnteresseerd in tuinen. Ten zuidwesten van de stad wil ze 5 hectare grond laten omtoveren tot een prachtige tuin, geïnspireerd door de tuinen van Versailles, wat in die tijd ook in Kassel volop in  de mode was. Ze legt contact met familie Knauf, en laat de zoon van de tuinman van haar vader, Johann Hermann Knoop in 1732 naar Friesland komen. Hij legt verschillende prachtige tuinen  aan, en heeft bijzonder veel belangstelling voor fruitrassen, maar ook voor mathematiek, sterrenkunde, en ook teelt hij de eerste aardappel in West-Europa.

Geboorte van de Hallemine Bonne

In de grote lusthof ten zuiden van Leeuwarden, Mariënburg genaamd, verzamelt hij honderden  verschillende fruitrassen. Hij laat ze overbrengen vanuit Duitsland, maar komt ook bij allerlei Friese  state’s. Zo komt hij ook in Hallum terecht, en waarschijnlijk bij “Sytjemastate”, ten oosten van het  dorp, laat de gastheer hem een mooie groengele peer zien, die ook bijzonder goed smaakt. Een andere fruitteelt-liefhebber had er een zaadje uit de “Bon Chretien d’éte in de grond gestopt en daar  was een perenboom uit gegroeid, die het erg goed deed op de Hallumse kleigrond. Wie zo’n nieuw perenras kweekt mag er een naam voor verzinnen, en dit werd de Hallemine Bonne. Voor Knoop was het redelijk makkelijk om van dit perenras wat nieuwe boompjes te enten, en met  al zijn contacten, kwam dit ras ook in Duitsland, Rusland, Zweden, Engeland en zelfs Amerika terecht. Dit zegt toch wel iets over de kwaliteit van deze peer.

‘Pomologia’

Na jarenlange dienst wordt hij door Maria Louise van Hessen-Kassel ontslagen. De reden hiervoor  is niet helemaal duidelijk. Hij krijgt dan alle tijd om al zijn kennis op te schrijven, en ook de fruitrassen uit te tekenen. Deze worden gebundeld in het boek ‘Pomologia’. Uitgeverij Ferwerda te  Leeuwarden ziet er wel brood in, en drukt de boeken in 1758. Bij de boeken over fruitrassen, laat Ferwerda zijn dochters de appels en peren inkleuren.  Dit zou het eerste boek met goede beschrijvingen en gekleurde platen over pomologie ter wereld  worden. Er volgden vele duizenden die, anno 2016 nog steeds naar dit eerste boek refereren. De  belangstelling voor oude fruitrassen heeft door de jaren heen, pieken en dalen. Toch kunnen we nog heel wat fruitrassen die in dit boek uit 1758 worden genoemd, weer terugvinden. Zo ook met de Hallemine Bonne.

Schuilnaam ‘Windsor’

Toen ik als geïnteresseerde in fruitrassen, in 2007 dit boek voor het eerst online bekeek, viel mijn oog al op deze Friese peer. Want: verder zijn er geen oude Friese perenrassen bekend.  Ik las vele buitenlandse boeken over dit onderwerp, de naam Hallemine Bonne kwam zo nu en dan  voorbij, maar niemand leek er meer een boom van te hebben. Af en toe las ik iets over synoniemen  waaronder deze peer bekend moest zijn, maar deze peren leken niet echt op onze Hallemine Bonne. Tot een bekende engelse dame op het gebied van fruitrassen, Joan Morgan, in haar nieuwe boek “the book of Pears” erop wees dat ze steeds overtuigder raakte, dat de Hallemine Bonne onder de naam  “Windsor” verder was verspreid. Deze peer lijkt goed te voldoen aan de beschrijving van Knoop, ook met andere pomologische liefhebbers in heel Nederland is hierover enthousiast contact  geweest. En als je zoekt in oude pomologische boeken op de naam Windsor, of Poire de Madame,  wordt vaak als synoniem Hallemine Bonne gegeven.

Inmiddels heb ik uit de collectietuin Brogdale in Engeland, en via Jan Henk Schutte uit Duitsland  takjes van de Windsor gevraagd, en deze op onderstammen geënt. Ik ben enorm benieuwd naar de  peren……… Zouden we onze Hallumer peer terug hebben gevonden?

Update oktober 2016

In onze eigen tuin staan een paar boompjes voor eigen gebruik. Bij onze boomkweker groeien er drie die komende winter, of volgend jaar winter, worden uitgeplant.

Nynke Zijlstra, Hallum
Stichting Fruit yn Fryslân

 

Bronvermelding: 

  • Pomologia, Johann Hermann Knoop, 1758
  • Decaisne, Le jardin fruitier du Museum, 1858
  • Lucas, Oberdieck, Illustrirtes Handbuch der Obstkunde, 1859-1875
  • Le Dictionaire de Pomologie, André Leroy, 1868
  • The Pears of New York, U.P. Hedrick, 1921
  • Lietuvos Pomologija, Tuinyla/Lukosevicius/Bandaravicius, 1990
  • The book of pears, Joan Morgan, 2015
  • Pomologia, Johann Hermann Knoop, Facsimile uitgave, 2015, met nawoord Geert de Vries
  • Wikipedia
  • Google.com