Reliëfmaquette Wijnaldum bijna klaar

“Op 21 juni, de langste dag, plaatsen we de steen in de uitkijktoren bij Wijnaldum.” Beeldhouwster Roelie Woudwijk staat naast de reliëfmaquette die ze in opdracht van Nynke-Rixt Jukema – architect van de toren in Wijnaldum – heeft gemaakt. “Hij is bijna klaar. Alleen nog de noordster aanbrengen en de schaal: 1 op 2500.” Centraal in deze uitkijktoren komt de maquette van Roelie. “De rode steen (en het rode cortenstaal) verwijzen naar de kleur van het rode almandijn in de fibula (mantelspeld) die hier in de jaren ’90 is gevonden.”

“Op de steen is ook aangegeven waar de fibula is gevonden”, vervolgt ze. De vondst op een van de terpen van Wijnaldum van de fibula was het begin van een archeologisch onderzoek. Daar bleek dat Wijnaldum al in de 7e eeuw een belangrijke vestiging was.

Stijl en benadering

“Nynke-Rixt heeft me via mijn website benaderd om de reliëfmaquette van Wijnaldum te maken. We hadden direct een klik. Haar stijl en benadering spreken me aan. We kwamen er bovendien achter dat haar leermeester een goede vriend van mijn vader was – de beeldhouwer Anne Woudwijk. Na de gesprekken ben ik me gaan verdiepen in de opdracht. Ik heb zoveel mogelijk gelezen over de terpen en wierden. Daarna ben ik op zoek gegaan naar een geschikte steensoort.”

Keien uit de omgeving

“Uiteindelijk hebben we samen gekozen voor keien uit de omgeving. Deze lagen op de werf in Harlingen. Daar heb ik vier keien uitgekozen. Maar op de werf zie je niet wat de staat is van zo’n kei. Ze liggen allemaal op elkaar, je moet ze eerst schoonmaken en onderzoeken op barsten. Uiteindelijk bleef een kei over. Daarop heb ik de maquette gemaakt.”

Opgegroeid met steen

Het beeldhouwen zit Roelie letterlijk in het bloed. Als dochter van de bekende beeldhouwer Anne Woudwijk is ze opgegroeid met steen. “Steen heeft iets vertrouwds en is een mooi natuurlijk materiaal om mee te werken. Negentien jaar geleden ben ik begonnen met beeldhouwen.”

Hamer en beitel

“Ik werk al heel lang met de hamer en beitel. Maar na 12 jaar kreeg ik last van mijn nek en schouders. Je krijg met een hamer en beitel elke keer een terugslag als je slaat. In het begin kon ik zeven uur lang hakken en ‘s avonds nog zonder trillen een portret maken. Vandaag de dag gebruik ik meer machines, zoals een haakse slijper en een polijstmachine. Daarnaast doe ik veel grafeerwerk. Daarbij gaat het om portretten op grafmonumenten. Dat is minder inspannend en het samenwerken met de werkmannen in de steenhouwerij is wel zo gezellig.”