Afronding dorpsproject Firdgum trekt veel mensen
Het Yeb Hettinga Museum zat vrijdagmiddag 20 oktober vol. Zo’n zeventig belangstellenden waren er afgekomen op de officiële afronding van het terpdorpsproject in Firdgum. Landschapshistoricus Jeroen Wiersma keek met de aanwezigen terug op het onderzoek naar de geschiedenis van het dorp. Hij gaf daarmee Paulien Ploeger een voorzetje voor haar verhaal over het stekje dat zij ontwierp en maakte voor het nieuwe ontmoetingsplein, waarvan de staanders de verschillende bodemlagen in het gebied rond het dorp weerspiegelen.
Het was bijna op de kop af drie jaar geleden dat de uitnodiging voor de eerste dorpsbijeenkomst de deur uitging, vertelde projectleider Oscar Borsen in zijn korte terugblik op de deelname van Firdgum aan het ‘Terpen- en wierdeland, een verhaal in ontwikkeling’. Bij de officiële oplevering van het Waddenfondsproject kon het dorp trots de resultaten tonen. Een schelpenpaadje langs de kenmerkende toren – van waaraf de hoogteverschillen in het landschap mooi zijn te zien – ‘omarmt’ de kern van het dorp en verbindt dat met het nieuwe ontmoetingsplein tussen het Yeb Hettinga Museum en het zodenhuis.
12.000 jaar door de tijd
Wiersma ging in zijn lezing in op het ontstaan van het landschap, dat 12.000 jaar geleden nog een leeg zanderig gebied was. Hij begon zijn verhaal verrassend voor het publiek op Schiermonnikoog, met een serie foto’s van zijn tocht van de Kobbeduinen naar de Waddenzee door een gebied dat iets heeft van hoe de omgeving van Firdgum er ooit uit moet hebben gezien. In twintig minuten schetste hij vervolgens hoe dat landschap zich heeft ontwikkeld tot wat het nu is.
Met hinkstapsprongen sprong hij door de tijd en door de elkaar opvolgende landschappen die na de laatste ijstijd door de opwarming van de aarde een kans kregen in dit natte gebied. Van berkenbossen met dwergden, kwam hij via een eiken-lindewoud en hoogveen aan in ongeveer vijf eeuwen voor het begin van de westerse jaartelling. De zee bereikte in die tijd haar zuidelijkste lijn. Vanaf toen trok zij zich weer terug en groeide het land weer aan door aanspoelende klei en slib. Op de kwelderwallen die in deze tijd ontstonden, wierpen de bewoners terpen op. Wiersma vertelde dat recent is duidelijk geworden dat de terpbewoners op de flanken van de terpen al akkerbouw bedreven. Ook in Firdgum zijn hiervan sporen aangetroffen.
Lieflijk dorp
Na de bedijking ontwikkelt het landschap zich steeds meer tot wat het tegenwoordig is. De Firdgumer mieden worden als laatste in cultuur gebracht. Deze oude bekkens liggen een stuk lager dan het dorp zelf en waren tot circa 1700 in gebruik als gemeenschappelijk hooiland, omdat het lastig was om er iets anders mee te doen. De laatste grote veranderingen in het landschap kwamen met de technologische ontwikkelingen en de schaalvergrotingen tussen de jaren ’50 en medio jaren ’8o van de vorige eeuw. Maar Firdgum zelf, dat pas in 1955 werd aangesloten op het elektriciteitsnet, is zoals bewoonster Sita Talsma verslaggever René Koster van Omrop Fryslân vertelde, nog steeds een heel lieflijk dorp, waar de tijd een beetje stil lijkt te hebben gestaan.
Stekje Firdgum
Sloeg de regen tijdens de lezing van Wiersma nog tegen de ramen van de oude dorpsschool, na de inleiding waarin Roelof Koster van Keunstwurk en Paulien Ploeger het verhaal achter het nieuwe stekje toelichten, was het net lang genoeg droog om de bankjes officieel te onthullen en met een toost met schelvis pekel in gebruik te nemen. Daarna werd de officiële oplevering binnen nog even voortgezet met een feestelijk hapje en drankje.
Luister hier de reportage van René Koster in Weistra op Wei. Met in het eerste uur een interview met Jeroen Wiersma (18.31 tot 23.00 minuten) en in het tweede uur een interview met Sita Talsma (20.09 tot 24.00).